Stijn en Storm keren terug bij hun grote liefde Kick ’69. Daar ontmoeten ze Jesper, die door hun terugkeer zijn plek in het elftal kwijtraakt. Jesper lijkt daar goed mee overweg te kunnen. Dan blijkt hij de zoon te zijn van een biermagnaat die bedreigd en afgeperst wordt. De brouwerij van Jespers vader heeft financiële problemen en daarom polst de jongen Stijn en Storm of zij Bert Pringel, hun goeie vriend en een van ’s werelds beste voetballers, niet om geld kunnen vragen. Dan gaat het balletje pas echt aan het rollen. De vader heeft helemaal geen zoon die Jesper heet. En als Storm ineens zomaar zijn plek verliest aan Jesper terwijl hij uitstekend presteert, grijpen de Voetbalgoden in en gaan ze weer eens op onderzoek uit. Intussen blijkt Storm tot Stijns grote verbazing opeens verliefd op Noor, een meisje uit hun klas. Het twaalfde boek over de Voetbalgoden zit tjokvol verwikkelingen en spanning. De jongens moeten hard hun best doen bij hun nieuwe club. Tegelijk leggen ze een merkwaardige familiegeschiedenis bloot en is Storm voor het eerst verliefd!

Evert de Wit is een beetje arrogant. Hij gaat er prat op dat hij zich nergens over verbaast. Inderdaad is hij de nuchterheid zelve. Bastiaan kan dat niet uitstaan en als Evert hem uitdaagt neemt hij de uitdaging aan. Samen met zijn zus Monique breekt hij in Everts appartement in met behulp van een reservesleutel. Ze neuzen daar wat rond en Bastiaan besluit een grap uit te halen. Helaas, Evert krijgt er lucht van en laat Bastiaan en Monique in de val lopen. Maar Bastiaan geeft het niet op. Deze keer verzint hij een heel subtiele grap. En... het lukt! Dit is één van de korte verhalen die in dit boek staan, bizar, vrolijk, soms serieus en met een onverwacht einde.

In de duinen van Zandplaat staat een oude villa, waar ooit een rijke familie de zomers doorbracht. Nu staat het huis al jaren leeg. Er wordt verteld dat het zal worden afgebroken en dat er een luxe appartementsgebouw voor in de plaats komt. Op een dag ziet Margot een flauw lichtschijnsel achter een van de ramen van de villa. In het huis ontdekt ze een oud vrouwtje: Doortje. Zij vertelt Margot over de geschiedenis van de villa, en waarom ze er is teruggekeerd. Margot besluit haar te helpen. Maar dan gebeurt er iets akeligs met Doortje … Samen met Amber, Gina, Daan, Izmet en Lars probeert Margot uit te zoeken wie hierachter zit.

Marijn wordt naar Florida geroepen om mee te werken aan de bevrijding van twee dolfijnen. Maar in dezelfde periode hebben in de streek enkele uiterst ongewone voorvallen met dolfijnen plaats. Niemand, zelfs professor Jansen niet, kan er een sluitende verklaring voor vinden. In elk geval, als er aan die gebeurtenissen niet snel een einde komt, ziet het er voor de dolfijnen bijzonder slecht uit. Tenzij Marijn er op tijd in slaagt het vreemde raadsel op te lossen.

De voetbalcarrière van Stijn en Storm lijkt in een stroomversnelling te raken. Hoewel ze nog bij Jong Kick ’69 spelen, maken ze door de tegenvallende prestaties van het eerste elftal kans om geselecteerd te worden voor de volgende Champions Leaguewedstrijd van de grote jongens. En juist op dat moment komt hun teamgenoot Thomas in de problemen. Hij schijnt op een of andere manier betrokken te zijn geweest bij een overval met dodelijke afloop. De Voetbalgoden zouden natuurlijk de Voetbalgoden niet zijn als ze zich daar niet mee zouden bemoeien, zelfs als dat hun eigen toekomst in gevaar brengt. Stijn en Storm staan op de rand van de grote doorbraak in het vijftiende boek van deze succesreeks. Gerard van Gemert en Mark Janssen blijven de jongens met hart en ziel volgen.

Wat gaat er door je heen als je hoort dat je vader wordt vrijgesproken van oplichting wegens gebrek aan bewijs, maar je er vervolgens achter komt dat hij het wel gedaan heeft? Justus kan er in ieder geval niet mee uit de voeten en loopt van huis weg. Zo ontmoet hij een illegale vluchteling die hier al jaren werkt en plotseling het land uitgezet dreigt te worden. Ook raakt hij betrokken bij een euthanasiezaak en hoort hij dat de vader van zijn vriendinnetje een loer is gedraaid door een gewiekste zakenman. Daardoor is hij zo in de financiële problemen gekomen dat hij zijn huis moet verkopen. Dat wordt Justus te veel. Samen met zijn vrienden beraamt hij een plan om deze zakenman te pakken te nemen. Geheel binnen de wet, dat wel. Behalve een ‘klein inbraakje’. Dat het uiteindelijk lukt is vooral te danken aan een heel slim plan! Jan Cornelis Terlouw is een Nederlandse fysicus, schrijver en voormalig politicus voor Democraten 66 (D66). Jan Terlouw is gaan schrijven door zijn vrouw. Hij vertelde eerder altijd zelf-verzonnen verhalen aan zijn kinderen. Zijn vrouw Alexandra van Hulst kwam op het idee om ze te gaan publiceren. Zijn eerste boek was Pjotr in 1970. Voor Koning van Katoren ontving hij een Gouden Griffel.

Na een competitiewedstrijd fietst Zahra later naar huis dan haar tweelingzus Nikki. Langs de route ziet ze een oploop van mensen rond een ambulance. Als ze dichterbij komt, herkent Zahra de fiets en later ook de hockeystick van haar zus. Nikki blijkt aangereden en de dader is doorgereden. In het ziekenhuis wordt duidelijk dat de toestand van Nikki kritiek is. Wat de gevolgen voor de toekomst zijn, blijft lang onduidelijk. Ondanks de ellende rond Nikki houdt aartsrivale Chantal er niet mee op Zahra dwars te zitten. En als blijkt dat het mobieltje van een goede bekende op de plek van het ongeluk gevonden is, snappen Zahra en haar broer Timo er niets meer van. Stukje bij beetje ontwarren ze het mysterie. Het vierde boek over ‘De Hockeytweeling’ is een verrassend buitenbeentje. Uiteraard speelt hockey weer een belangrijke rol, maar nog meer aandacht gaat naar de aanrijding en alle spanningen en emoties die eruit voortvloeien. Wedden dat je ook dit keer niet kunt stoppen met lezen?