Maak kennis met twee jonge voetbalgoden: Stijn en Storm van FC Rapitas. Verwikkeld in een hevige strijd met hun grote rivalen: de Stieren. Ze strijden om het kampioenschap en om nog veel meer! Als een paar Stieren de bal van Storm stelen, stuiten de Rapitanen op een verrassende vondst. Een die hen wel in de problemen brengt ... Kunnen Stijn en Storm zich alleen op het voetbal richten? En lukt het Stijn om Femke voor zich te winnen, of blijft zij hem altijd zien als het vriendje van haar kleine broertje?

In de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten is Kampen een belangrijke handelsstad, maar de vijftienjarige Hasse vindt het er maar druk en benauwd. Ze trekt er liever op uit met haar zelfgemaakte pijl en boog. Haar ouders zien haar het liefst getrouwd met een mattenvlechter, maar Hasse beslist anders. Ze redt Jan van Schaffelaar van het schavot door ter plekke met hem te trouwen. Samen trekken ze naar de Veluwe, waar hij als aanvoerder van een troep huurlingen de belangen van de hertog van Gelre behartigt. Hasse geniet van het vrije leven, maar Van Schaffelaar en zijn mannen zijn niet overal geliefd en van verschillende kanten dreigt gevaar. Thea Beckman wilde als kind graag schrijfster worden of ontdekkingsreiziger. Ze werd in 1923 geboren en was enig kind. Haar vader was kantoorbediende bij de Holland-Amerikalijn, maar werd in de crisisjaren ontslagen en raakte werkloos. Studeren was er daardoor voor Thea niet bij; daar was geen geld voor. Maar het was ook omdat Thea een meisje was en haar ouders vonden het vanzelfsprekend dat ze thuis mee zou helpen in de huishouding. In het begin leek Thea zich daarbij neer te leggen; ze deed de afwas, werkte op kantoor en zorgde voor haar man en kinderen. Maar toen de kinderen eenmaal wat groter waren en ze meer tijd kreeg om te schrijven, was ze niet meer te stoppen. Ze schreef meer dan dertig boeken en ging alsnog studeren. Met haar boeken won ze veel prijzen, waaronder Zilveren en Gouden Griffels en verschillende prijzen en eervolle vermeldingen van de Nederlandse Kinderjury.

Bert en Bart zijn gek van lezen, en dan vooral zombiestrips. Maar er is één probleem. Hun moeder, Viola Lentelied,wil dat haar jongens sportief worden. Viola schakelt een gediplomeerd hersenperser in die de jongens tot winnaars moet maken. Die pakt Bert en Bart hun strips af, waarna ze ze moeten terugverdienen door Viola en haar handlanger te verslaan in allerlei wedstrijdjes. Dat lukt van geen kanten, maar dan verzint het tweetal per ongeluk een geniaal plan: ze wekken een zombieslavin tot leven om Viola en haar handlanger tot zombies te kussen. Want zombies kunnen Bert en Bart wél verslaan: ze hebben immers het zombiehandboek van zombiejager Jan.

Femke, Sanne en Malaika zijn drie heel verschillende meiden, maar ze delen één grote passie: paarden! In dit tweede deel van de spannende serie ‘De paardenmeiden’ helpen de drie vriendinnen op het ponykamp van de manege. Het belooft een superkamp te worden: er zijn enthousiaste kinderen en de pony’s zijn in topvorm. Maar op de eerste buitenrit krijgt pony Vicca een verschrikkelijk ongeval. De dierenarts vindt het verstandig om Vicca te laten inslapen, maar de meiden zijn vastbesloten om haar te redden. Gaat dat lukken? Bij het verzorgen van Vicca krijgen de meiden hulp van Rens. Een leuke, maar ook wel vreemde jongen. Al veertien jaar en toch nog op ponykamp? Daar willen de meiden meer over weten. Maar wat als twee van de meiden hem meer dan leuk vinden? Krijgen ze dan ruzie? Of blijven ze toch voor altijd bij elkaar? Een heerlijk boek vol spanning, humor en een beetje romantiek. Ook voor kinderen die (nog) niet paardrijden!